statia.jhtm.nl (NL)

Toekomstvisie

Opzet van een visie

De commissie van Wijzen signaleert in haar rapport onder meer een attitude bij Nederland die wordt gekenmerkt door desinteresse en het ontbreken van een gezamenlijke visie (in resp. op de inrichting van de bestuurlijke inrichting van de Caribische eilanden).

In juni 2018 verschijnt in dit kader een lezenswaardig artikel in het tijdschrift Ars Aequi, getiteld Van het openbaar lichaam Sint Eustatius naar een onafhankelijk Statia?. Ik heb contact opgenomen met de auteur om mijn gedachten te spiegelen aan hem en hij refereerde daarbij aan twee documenten:

In opdracht van de Commissie Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer heeft de Rijksuniversiteit Groningen in april 2019 het rapport Het Koninkrijk tegen het licht opgeleverd waarin een vergelijkend onderzoek is gedaan naar de staatsrechtelijke overzeese verhoudingen in het Koninkrijk der Nederlanden, de Franse Republiek, het Koninkrijk Denemarken en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland. Deze landen kennen alle zgn. Landen en Gebieden Overzee (LGO).

Ik nodig natuurlijk iedereen uit om een en ander te lezen en een eigen beeld te vormen van "hoe nu verder" (ik hoor graag van u!) maar ik zal hieronder in elk geval mijn appreciatie van het rapport geven:

Tot zover de door mij gedestilleerde hoofdpunten uit het rapport (voor zover het het Koninkrijk, haar vier landen en Caribisch Nederland betreft). Het rapport geeft ook inzicht in de wijze waarop Denemarken, Groot Brittannie en Frankrijk tegen deze zelfde materie aankijken.

Als niet-jurist heb ik wat moeite om de verhouding Koninkrijk versus Land te zien in een complexe Nederlandse context. Het Statuut ziet gelijkwaardige landen, in de praktijk is de besturing van het Koninkrijk voor een belangrijk deel "samenvallend" met die van het land Nederland. Nederland is dan ook met recht primus inter pares en het citaat van Orwell ("All animals are equal, but some animals are more equal than others", Animal Farm [1945]) lijkt aan de orde.

Het "openbaar lichaam" lijkt me juist een uitermate krachtig en flexibel 'juridisch vehikel' waarmeee mijns inziens niet alleen de bestuurlijke structuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba maar ook die van Curacao, Aruba en Sint Maarten kan worden vormgegeven. Grondwet, artikel 132a, lid 4 stelt immers "Voor deze openbare lichamen kunnen regels worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland". Bijkomend voordeel is mijns inziens dat de enigszins diffuse verhouding Koninkrijk en afzonderlijke landen daarmee ook helderder kan worden gemaakt, zo niet volledig geelimineerd (waarmee het Statuut zijn waarde verliest ten opzichte van de Grondwet).

De bestaande ongelijkheid in de sociaaleconomische verhoudingen zou mijns inziens moeten worden weggenomen, net als de bestaande belemmering van het vrije verkeer van personen in het Koninkrijk. Over de wenselijkheid van een monetaire unie, een douane-unie en/of een vrijhandelszone heb ik geen scherp beeld maar als mij ernaar zou worden gevraagd stel ik mij voor dat in beginsel zoveel als mogelijk gelijk zou moeten worden georganiseerd in de verschillende delen van het Koninkrijk, tenzij geografische aspecten of typisch eilandelijke aspecten dat onmogelijk of onwenselijk maken.

Zonder uitputtend te willen of kunnen zijn wat dit betekent, lijkt het mij in ieder geval dat iedereen in het gehele Koninkrijk zou moeten beschikken over een burgerservicenummer (waarmee een Digid kan worden aangevraagd en rekeningen bij Nederlandse banken kunnen worden geopend). Het lijkt mij voorts dat er veel voor te zeggen zou zijn om de "euro" in te voeren in alle gebiedsdelen van het Koninkrijk, zodat ook Nederlandse banken vestigingen kunnen openen in alle gebiedsdelen ten behoeve van een optimaal betalingsverkeer tussen alle Nederlanders.
Noot: Ook voor studenten die zich voorbereiden voor een vervolg van hun studie in Europees Nederland wordt daarmee de aanvraag van de studiefinanciering belangrijk gemakkelijker gemaakt.


Ten aanzien van het beleidsterrein infrastructuur (in samenhang met dat van volksgezondheid) het volgende. In ogenschouw nemend dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba gezamenlijk Caribisch Nederland vormen, ligt het voor de hand om - met een bestuurlijk zwaartepunt op Bonaire - over goede (regelmatige, betrouwbare) luchtverbindingen tussen deze eilanden te beschikken.

Wanneer bovendien de ZVK-vluchten kunnen worden omgeleid van Columbia naar de Benedenwindse eilanden (nadat natuurlijk de zorgcontracten dienovereenkomstig zijn overgezet van zorgaanbieders in Columbia naar zorgaanbieders op Bonaire [of Aruba of Curacao]), dan moet het toch mogelijk zijn om een rendabel reisschema op te zetten.

Overeenkomstig de aanbevelingen uit het rapport "Connectiviteit Caribische deel van het Koninkrijk" zouden deze vluchten moeten worden ingericht als openbaar vervoer (het rapport spreekt van PSO's).


Ten aanzien van het beleidsterrein "onderwijs" (waarin ik zelf werkzaam ben) zie ik dat in oktober 2014 met een Kamerbrief het Engelstalig onderwijs formeel zijn intrede doet op Sint Eustatius, en daarmee in (Caribisch) Nederland. Het CXC wordt geintroduceerd en het CSEC geldt als het algemeen vormend onderwijs. Een en ander is nader vastgelegd en gedefinieerd in het Tijdelijk besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES.

In dit "Tijdelijk besluit" is voorts vastgelegd dat het Eindexamenbesluit VO BES niet van toepassing is. In dit eindexamenbesluit is onder meer geregeld wanneer iemand is geslaagd of gezakt, dan wel onder welke voorwaarden een herexamen kan worden afgelegd.

Het CSEC zit echter anders in elkaar. Het is een niveau waarop je examen kan afleggen in de verschillende vakken. Er is dan ook niet zoiets als een CSEC-diploma. Per vak behaal je een certificaat met daarop vermeld het resultaat van het afgelegd examen. Afhankelijk van de combinatie en het aantal van de certificaten (met een nader gedefinieerd minimum resultaat) verkrijg je toelating tot een vervolgopleiding. Zo is het althans in de Caribische regio geregeld.

Als school hebben we inmiddels - mede op aangeven van MinOCW en SLO - een dergelijke combinatie vastgelegd in een A- en een B-profiel waarmee analogie is nagestreefd met het CM/EM- resp. NG/NT-profiel zoals dat in het HAVO van toepassing is. Nadere verankering hiervan in wet of besluit alsook in de toelatingscriteria van de HBO-instellingen in Nederland heeft echter nog niet plaatsgevonden, terwijl na afronding van het studiejaar 2019/2020 de eerste groep studenten met een op CXC/CSEC gebaseerd vakkenpakket de school zullen verlaten.

De behoefte aan aanvullend beleid ten behoeve van het algemeen vormend onderwijs is in voorgaande alinea's toegelicht. Zonder er hier dieper op in te gaan, lijkt een dergelijke behoefte evenzeer te bestaan voor het beroepsgericht onderwijs.


Ten aanzien van de ontwikkeling van toerisme wordt in maart 2019 een rapport opgeleverd: Sint Eustatius Tourism Vision Plan (final version).